Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij deed [12]zijn zonen door het vuur gaan, in het dal des zoons van Hinnom, en pleegde guichelarij, en gaf op vogelgeschrei acht, en toverde, en hij stelde waarzeggers en duivelskunstenaren; [13]en hij deed [zeer] veel kwaads in de ogen des HEEREN, om Hem tot toorn te verwekken. 12. 2 Kon.21:6 staat maar van een zoon, dien hij door het vuur deed gaan. Dat zal men verstaan van een bijzonderlijk, of deze plaats van een zijner zonen; gelijk het veelvoudig getal voor het enkele aldus meermalen genomen wordt. Zie Gen.19:29. 13. Hebreeuws, hij vermenigvuldigde kwaad te doen; alzo Ex.36:5; het volk vermenigvuldigt te brengen; dat is, brengt zeer veel; 1 Sam.1:12; vermenigvuldigde te bidden; dat is, bad zeer veel; hfdst.36 vs.14; vermenigvuldigde met overtreding te overtreden; dat is, maakte des overtredens zeer veel; Jes.55:7; hij vermenigvuldigt te vergeven; dat is, vergeeft veel en dikwijls; Amos 4:4; vermenigvuldigt te overtreden; dat is, maakt des overtredens veel.
, [1897], Witchcraft
(1 Samuel 15:23; 2Kings 9:22; 2Chr 33:6; Micah 5:12; Nahum 3:4; Galatians 5:20). In the popular sense of the word no mention is made either of witches or of witchcraft in Scripture.
The "witch of En-dor" (1 Samuel 28) was a necromancer, i.e., one who feigned to hold converse with the dead. The damsel with "a spirit of divination" (Acts 16:16) was possessed by an evil spirit, or, as the words are literally rendered, "having a spirit, a pithon." The reference is to the heathen god Apollo, who was regarded as the god of prophecy.